OMAN 2011

week 1

week 2


Als het vliegtuig een tussenstop maakt in Ryad verlaat een derde van de mensen het vliegtuig, bij het instappen hebben we geen vrouwen in zwarte gewaden gezien, bij het uitstappen verlaten ze allemaal als pinguïns het vliegtuig, ook die met de strakke spijkerbroeken. Het is kerstnacht als we landen in Muscat, het is een drukte van belang op het kleine vliegveld. De Omani's lopen in kraakschone witte gewaden met op het hoofd een prachtig geborduurde kumah. Het afhalen van het visum en de huurauto kost veel tijd, de huurauto is geüpgraded, de auto die we gehuurd hebben is uitverkocht, wij krijgen voor hetzelfde geld een gloednieuwe Ford mee, het is wel een automaat en Han vindt dat vreselijk. Maar desondanks rijdt Han midden in de nacht foutloos door het drukke verkeer naar hotel Nasseem, de route die hij in de GPS heeft gezet klopt precies. Onze hotelkamer kijkt uit over de haven, het is een mooi gezicht al die lichtjes op het water.
Het is 27 graden als we langs de zee naar de oude stad Muscat wandelen, het is overal brandschoon, nergens een vuiltje te bekennen. In de oude stad gaat net de school uit, de jonge Omani's dollen wat met ons, een oude man brengt ons een drankje en zoute koekjes nadat hij eerst heeft gevraagd waar wij vandaan komen. Hij zegt Nederland oké, maar Denemarken niet goed. Hij is waarschijnlijk via de moskee op de hoogte gebracht van de cartoons, Geert Wilders hebben ze blijkbaar nog niet ontdekt, en dat is maar goed ook. Na deze wandeling maken we een tocht die we in de GPS hebben gezet naar Yiti, door de bergen, langs een wadi en het eindigt bij de zee. Oman een zandbak, wij hebben nog geen zand gezien.


Nizwa en Jabrin


Vandaag gaan we naar Jabrin via Nizwa. In Nizwa is het zandstenen fort prachtig en strak en de schaduwen vallen overal bij een diepblauwe hemel, een mooi contrast dat blauw en die zandkleur. Als we aan het eind van de dag naar Jabrin rijden gaat de zon al bijna onder en worden de kleuren van de bergen prachtig. Af en toe stuift er een auto over een zandweg in de verte en dat geeft een mooi effect bij tegenlicht. Net voor het donker is vinden we hotel Jabreen en dat is maar goed ook, in het donker van deze woestijn hadden we het niet meer gevonden.

Een mooie dag dat is het!

De zon straalt aan de hemel, het is 32 graden en er is een zacht windje. We gaan naar de grotten, maar daar moet je reserveren, dus dat lukt niet vandaag. We proberen te reserveren voor morgen, maar ook dat lukt niet, per sms zullen we bericht krijgen vanuit Muscat, maar aan het eind van de dag is er nog geen sms. Zonder grotten is hier nog genoeg te zien.

Misfat Al A'briyeen

Via een paadje over de rotsen en door de dadelpalmentuinen lopen we naar het oude stadje Misfat Al A'briyeen, de tijd heeft hier stil gestaan. De bevolking van Oman is ongelooflijk aardig, maar ook trots, gelukkig niet onderdanig. De lucht zindert nu al van de hitte, wat zal het hier in de zomer warm zijn, in Muscat vertelde een Omani ons dat de 50 graden hier met gemak wordt gehaald in Oman.

Al Hamra

Een ander bergdorp, hier is de oude stad voor een groot deel verlaten, maar wel bewaard gebleven, gelukkig wel, fotografisch fantastisch, zoveel doorkijkjes met die mooie Oosterse lichtval en die staalblauwe lucht. We kruipen in de oude bouwvallen, klimmen langs enge oude stinkende trappen omhoog en fotograferen ons suf. De vervallen zandstenen huizen kleuren zo mooi, de zon zakt al en dan worden de kleuren nog romiger. Kinderen joelen vanuit de nog bewoonde huizen naar ons. Verzadigd rijden we aan het einde van de dag terug naar ons hotel in Jabrin.

Top secret

Voor we naar het hotel gaan komen we door Bahra en daar proberen we een biertje te scoren voor op de kamer, maar dat valt niet mee. Iedereen die we het vragen begint geheimzinnig te lachen en zegt: "no alchol in Oman". Dat klopt niet want we hebben in de verlaten huizen overal lege flessen gezien. Opeens worden we doorverwezen naar een gladde jongeman en die zegt dat hij het voor ons gaat regelen. Hij gaat bellen en we moeten wachten in een achteraf steegje. Han denkt dat het niet gaat lukken, ik denk dat het gaat lukken een kwestie van geld natuurlijk. De jongeman komt nog een keer met zijn vierwieldrive terug en zegt dat het bier nog anderhalf uur gaat duren, maar dat whisky op voorraad is. We kiezen voor whisky, we moeten weer wachten en na 10 minuten toetert hij aan de hoofdweg en we moeten volgen tot aan onze huurauto en dan stapt hij uit en tovert vanonder zijn jurk een liter Pipers Clan Scoth Whisky vandaan. De deal moet snel worden geregeld en onopvallend, onze contanten worden in de achterbak van onze huurauto verwisseld voor de Pipers Clan. Terug in het hotel genieten we samen van een heerlijk glas en proosten alsnog op mijn 60ste verjaardag.

Het eten in ons hotel bestaat deze avond uit een uitgebreid buffet, heerlijk en overdadig, de bediening is Indiaas, het blijft voor ons moeilijk om aan te zien hoe onderdanig en gedienstig deze mensen zijn voor de gasten in dit hotel waarvan een aantal decadent verwend gedrag vertoond en eten terugstuurt en zeurt over van alles. Gisteren werd er al gezeurd over de kamers, voor ons onbegrijpelijk, alles wat we wensen is aanwezig, de vele handdoeken zijn groot en dik, de bedden zijn springboxen, groot, schoon en overdadig gedecoreerd, vandaag was alles weer opnieuw verschoond. We raken natuurlijk in gesprek met één van de Indiase bedienden en heel toevallig komt hij uit een dorp in Zuid India waar wij de afgelopen zomer doorgefietst zijn. Hij vindt dit natuurlijk geweldig en wij ook en we denken aan al die familieleden die hij met zijn zuur verdiende geld moet onderhouden, zijn ogen glimmen van trots dat hij Indiër is. Hij wenst ons goede nacht en zegt tot morgen, dan zullen we hem net als gisteren weer zien bij het ontbijt, hij werkt tot laat in de avond en is er weer in de vroege ochtend en hij blijft maar stralen. Gretig pakt hij ons visitekaartje aan met het adres van onze website en hij hoopt vanavond in het hotel nog tijd te hebben om even te internetten en de foto's van zijn dorp en land te kunnen zien. Zelfs in Oman zijn we nog weer even terug in ons geliefde India.
Bij het ontbijt ontmoeten we de man uit India weer, hij is blij ons te zien en hij zegt dat hij de halve nacht heeft ge-internet. Eerst Zuid- India met zijn geboorte omgeving en daarna Noord India. Hij noemt diverse plaatsen op die hij heeft gezien op onze website. Als laatste heeft hij de foto's van Oman bekeken.

Ghul

Wandelen op de maan

Met onze huurauto rijden we de bergen in richting Jebel Sham, één van de hoogste gebieden hier. Het is een hoogvlakte en daarin zit Omaans Grand Canyon. Die kunnen we met onze huurauto niet bereiken, maar we hopen onderweg nog wat te kunnen regelen. Als we bijna op de top zijn houdt het asfalt op en dan staat er opeens een chauffeur met een vierwieldrive. Niet toevallig natuurlijk, hij hoopt hier toeristen te vangen die zonder 4by4 naar boven zijn geklommen. We gaan eerst maar eens in gesprek en na enige onderhandeling hebben we een deal, we gaan naar de Canyon, wij beslissen wanneer we willen stoppen, we willen ook nog wat wandelen en hij mag van ons ook niet met geweld door de bergen jakkeren. De man is erg aardig en hij begrijpt wat wij willen, hij is heerlijk rustig en scheurt niet door de bergen. Overal wil hij voor ons stoppen en we kunnen fotograferen wat we willen, dit is een goede deal. De Canyon is prachtig en ruig en na een paar uur brengt hij ons zoals afgesproken terug naar onze huurauto en de prijs is nog steeds hetzelfde.

 Al-Ayn

We rijden door een waanzinnig landschap naar Al-Ayn, op zoek naar de "beehive tombs" de duizenden jaren oude bijenkorfgraven, we vinden ze in het kleine dorp Al-Ayn. De zon begint al te zakken en de graven liggen in een prachtig warm licht tegen een achtergrond van een grote bergkam. Als de zon nog verder zakt moeten we op weg naar Ibri, daar willen we overnachten en als de zon al lang onder is hebben we hotel Ibri Oasis nog niet gevonden, na veel vragen vinden we ver buiten Ibri in de woestijn het hotel, het is een mooi hotel, in de grote hal staat een kerstboom te stralen, het hotel heeft een goed restaurant, vandaag geen Indiaas eten.
75% van de moslims in Oman behoort tot de Ibadi sekte, driekwart van de Omani's, elke vorm van decadentie verafschuwen ze, dit komt ook tot uiting in de moskee architectuur, veelal zijn ze van zandsteen zonder decoratie.

Van Ibri naar Sohar

Dit wordt een rustige dag, we hoeven vandaag alleen maar van Ibri naar Sohar te rijden, het is ongeveer 175 kilometer en we hoeven het nu niet te fietsen. Het is een erg mooie route, een groot deel gaat over een hoogvlakte lijkend op Anatolië in Turkije. Om wat rustiger te kunnen fotograferen slaan we af naar Dhahir al-Fawaris en rijden door tot aan het dorpje. Als we de mooie groene kleur van de koperbergen fotograferen worden we gewenkt door een Omaanse man, hij duidt uit dat we koffie moeten komen drinken. Natuurlijk willen we dat wel, de hele familie wordt per telefoon opgetrommeld, vooral veel mannen. In gebrekkig Engels gaat het gesprek, ze willen alles van ons weten, vooral hoeveel zonen we hebben. Een van de mannen wil de dochter wel kopen, maar we zeggen dat ze al getrouwd is en niet te koop is, bovendien heeft hij al een vrouw en vinden "wij" dat wel genoeg voor hem. Hij vraagt of ik nog te koop ben, maar ik zeg dat ik al een goede man heb en beslist niet wil ruilen. Zoals altijd in dit soort landen wonen al die zonen met hun gezinnen binnen de muren van één binnenplaats, ieder heeft wel zijn eigen mooie huis. De vrouwen van deze mannen hebben geluk dat de oude moeder dood is, meestal heeft die het in zo'n gemeenschap voor het zeggen. Twee vrouwen krijgen we te zien van de familie die uit 28 personen bestaat, ze mogen niet op de foto, de mannen springen wel trots voor de lens. We krijgen koffie, thee, sinaasappels en dadels zoveel als we willen. Ze stellen voor dat we nog wat in de omgeving gaan fotograferen en dat we daarna terugkomen voor de lunch, maar voor dat laatste bedanken we, we moeten nog naar Sohar. Sohar is het hart van een vruchtbare oase, het was ooit het thuis van Sinbad the Sailor, een legendarisch figuur uit Basrah.
De rest van de route blijft net zo mooi en aan het einde van de dag strijken we neer in Wadi hotel in Sohar, volgens de Lonely Planet redelijk basic, maar wij kijken natuurlijk weer onze ogen uit. De hotelkamers zijn gesitueerd rondom een rond zwembad, er is hier een Health club en twee nachtclubs, een zeer luxe restaurant en wireless internet. In de late avondzon genieten we aan het zwembad (zoals we denken dat het hoort in dit soort hotels) van onze eigen meegesmokkelde Pipers Clan Scoth's en we lezen heel ontspannen in onze boeken, "Zaal der duizend zuilen" en "Het Paradijs wanhopig gezocht, reizen naar het hart van de islam", boeken die over deze regio's gaan.
Han belt ondertussen nog even naar het basic Shimook guesthouse in woestijndorp Al-Rustaq voor een overnachting en daar is morgen plaats voor ons. Erg handig dan hebben we morgen ruim de tijd en hoeven we niet vol gas naar Muscat. Het hotel zegt volgens Han: "see you tomorrow", altijd prettig!

Sohar

De vismarkt

De vismarkt is druk, de vismarkt is voor mannen, er is hier geen vrouw te zien, alleen een paar vrouwelijke Indiase toeristen. Een Omaanse man in Muscat zei tegen ons: "onze vrouwen zitten binnen, ze babbelen en zorgen voor de kinderen". Han zegt lachend om mij te plagen, dat het ook beter is, die westerse vrouwen zijn veel te bijdehand en te mondig. Er komen steeds meer kleine vissersbootjes binnen met verse vis. Prachtige tonijnen, in de vishal worden ze verkocht en daar kun je ze meteen laten fileren of aan moten laten hakken. Grote platvissen van meer dan een meter zitten er ook tussen, net zoals grote inktvissen. Voor mannen is dit een gezellig uitje, ze begroeten elkaar uitbundig en babbelen, mannen babbelen buiten.

Door wadi's en bergen gaat de route naar Al-Rustaq, vandaag krijgen we wolken cadeau, het is iets minder warm. In de steenwoestijn wuiven de kleine grasjes zilverwit in het tegenlicht. Het is stil hier, er is weinig verkeer, de enkele Omani die langs rijdt toetert en zwaait uitbundig vanuit zijn open autoraam. De plastic zakjes worden in Oman in de woestijn opgeruimd door Indiërs en in grote plastic zakken langs de kant van de weg gezet, ze worden door een grote vrachtauto opgehaald, zo blijft de woestijn hier nog enigszins schoon. Misschien heeft de Sultan gelezen over de woestijnvervuiling via deze zakjes.
Vandaag eindigt onze tocht in Al-Rustaq. De enige slaapplaats hier is Shimook guesthouse, back to basic, dit is weer zoals wij het kennen, mottenballengeur, een douche zonder tegels, een bed met versleten lakens, maar alles is schoon en de gastvrouw is zeer vriendelijk en gastvrij en ze heeft low budgetprijzen. De warme woestijnwind huilt om het gebouw.